De waarderingsregels werden vastgelegd bij collegebesluit van 4 juni 2014.
ALGEMENE PRINCIPES
Investering of exploitatie
Alle vermogensbestanddelen worden uitgedrukt en gewaardeerd aan hun gebruikswaarde. De gebruikswaarde van een activum stemt overeen met de toekomstige economische voordelen of het dienstverleningspotentieel dat het activum voor de gemeente zal opleveren.
Alle vermogensbestanddelen worden afzonderlijk gewaardeerd en voor dat bedrag in de balans opgenomen, na aftrek van de desbetreffende afschrijvingen en waardeverminderingen.
Aanschaffingswaarde
De gemeente hanteert als algemene regel dat elk actief bestanddeel gewaardeerd wordt tegen aanschaffingswaarde en neemt voor dat bedrag de bestanddelen op in de balans, onder aftrek van de gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen. In sommige gevallen kan het actief ook worden geherwaardeerd. Op deze algemene regel zijn hieronder afwijkingen bepaald.
Met de aanschaffingswaarde wordt bedoeld de aanschaffingsprijs (aankoopprijs + bijkomende kosten), de ruilwaarde, de vervaardigingsprijs (aanschaffingsprijs grondstoffen,…+ rechtstreekse productiekosten), de schenkingswaarde (marktwaarde van de goederen op het moment van de schenking of datum van het openvallen van de nalatenschap + belastingen en kosten) of de inbrengwaarde.
Afschrijvingen en waardeverminderingen
Afschrijvingen drukken de slijtage uit van het actief met een beperkte gebruiksduur. Het afschrijvingsbedrag wordt per financieel boekjaar bepaald door het verschil tussen de boekhoudkundige waarde en de restwaarde te delen door de resterende gebruiksduur, uitgedrukt in jaren. Ten minste aan het einde van elk financieel boekjaar wordt de restwaarde en de gebruiksduur van de activa opnieuw geëvalueerd. De gemeente opteert ervoor de initiële afschrijvingsduur voor de diverse categorieën van activa te bepalen zoals opgenomen in bijgevoegde tabel.
De gemeente boekt waardeverminderingen op de aanschaffingswaarde van actiefbestanddelen om rekening te houden met (al dan niet als definitief aan te merken) ontwaardingen van activa bij de afsluiting van het boekjaar. Waardeverminderingen zijn correcties op de aanschaffingswaarde die niet voortvloeien uit hun waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur (bv. naar aanleiding van een schadegeval). Dit houdt in dat waardeverminderingen zowel mogelijk zijn voor activa met een beperkte (gebouwen) als een onbeperkte levensduur (gronden). Waardeverminderingen blijven niet behouden als de boekhoudkundige waarde van het activum daardoor op het einde van het boekjaar lager is dan de gebruikswaarde. In dat geval worden de waardeverminderingen teruggenomen.
Herwaarderingen
Sommige activa kunnen worden geherwaardeerd om hun boekwaarde in overeenstemming te brengen met een marktwaarde. Herwaardering is enkel toegestaan voor de financiële vaste activa en overige materiële vaste activa. Bij de herwaardering van een actief, wordt de volledige categorie waartoe dat actief behoort, geherwaardeerd. De overige materiële vaste activa met beperkte gebruiksduur worden op basis van deze geherwaardeerde waarde afgeschreven.
AFWIJKINGEN EN SPECIFIEKE WAARDERINGSREGELS
Geldbeleggingen en liquide middelen
De gemeente waardeert de liquide middelen en de geldbeleggingen, tegen de nominale waarde. De aandelen en vastrentende effecten worden bij verwerving geboekt en gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde.
De gemeente past op de liquide middelen en geldbeleggingen waardeverminderingen toe als blijkt dat de realisatiewaarde op de datum van de jaarafsluiting lager is dan de aanschaffingswaarde. Er zullen bovendien aanvullende waardeverminderingen geboekt worden om rekening te houden met de evolutie van hun realisatie- of marktwaarde of met de risico’s die inherent zijn aan de aard van de producten in kwestie of van de uitgevoerde activiteit.
Vorderingen op korte termijn
Vorderingen worden in de balans weergegeven tegen de nominale waarde. In geval er onzekerheid bestaat over de invorderbaarheid van bepaalde vorderingen, worden deze overgeboekt naar dubieuze debiteuren. Op de dubieuze debiteuren worden waardeverminderingen geboekt in functie van de ouderdom van de vordering, zijnde :
- Ouder dan 2 jaar - jonger dan 3jaar : 10%
- Ouder dan 3 jaar- jonger dan 5 jaar : 40%
- Ouder dan 5 jaar : 60%
De gemeente opteert ervoor om ook waardeverminderingen toe te passen als hun realisatiewaarde op de datum van de jaarafsluiting lager is dan hun boekhoudkundige waarde.
Voorraden
De voorraden die de gemeente heeft verworven naar aanleiding van een ruiltransacties, waardeert ze tegen de aanschaffingswaarde of de marktwaarde op de balansdatum als die lager is. De waardering tegen een lagere marktwaarde, zal niet worden behouden als de marktwaarde achteraf hoger is dan de lagere waarde waartegen de voorraad werd gewaardeerd.
De voorraden die verworven zijn door niet-ruiltransacties, worden gewaardeerd tegen de marktwaarde op de datum van de verwerving. Deze zullen echter niet worden gewaardeerd indien ze gratis of tegen een symbolische prijs worden verdeeld of verbruikt worden in het productieproces van goederen die gratis of tegen een symbolische prijs worden verdeeld.
De gemeente opteert ervoor om initieel geen voorraden uit te drukken. In afwijking zal geopteerd worden voor de FIFO-waardering (waardering voorraden aan de ‘recentste’ aankoopprijzen).
Financieel vaste activa
Belangen of aandelen in rechtspersonen worden in de boekhouding opgenomen tegen hun aanschaffingswaarde. De aanschaffingswaarde van belangen of aandelen, ontvangen als vergoeding voor inbrengen die niet bestaan in contanten of die voortkomen uit de omzetting van vorderingen, stemt overeen met de conventionele waarde van de ingebrachte goederen en waarden of van de omgezette vorderingen. Als de conventionele waarde echter lager is dan de marktwaarde van de ingebrachte goederen en waarden of van de omgezette vorderingen, wordt de aanschaffingswaarde geherwaardeerd tot de hogere marktwaarde.
Er worden waardeverminderingen toegepast op de belangen en de aandelen die onder de financiële vaste activa zijn opgenomen in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding, verantwoord door de toestand, de rentabiliteit of de vooruitzichten van de entiteit waarin de belangen of de aandelen worden aangehouden. De gemeente zal ook op de vorderingen, inclusief de vastrentende effecten, die in de financiële vaste activa zijn opgenomen waardeverminderingen toepassen als er voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling ervan op de vervaldag.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden onderverdeeld in 3 categorieën. De gemeenschapsgoederen zijn de roerende en onroerende activa die worden aangewend binnen het ‘maatschappelijk doel’ van de organisatie, los van enige bedrijfseconomische activiteit. De bedrijfsmatige activa worden aangewend binnen een bedrijfsmatige context, dat betekent waar een bepaald rendement of zekere productiviteit kan worden gekoppeld aan de aangewende activa. De diensten verbonden aan deze activa worden aangeboden aan concurrentiële tarieven, die beogen zoveel als mogelijk de kosten verbonden aan deze diensten te dekken. De overige activa worden voor geen van vorige doeleinden aangewend, maar worden aangehouden als ‘(on)roerende reserve’. Deze activa zijn niet nuttig bij het functioneren van de gemeente, en kunnen mogelijks in de toekomst worden gerealiseerd ter financiering van andere investeringen.
Tot het erfgoed behoren de activa met historische, artistieke, wetenschappelijke, … waarde. Erfgoed zal in veel gevallen weinig economische voordelen opleveren of weinig dienstenpotentieel inhouden. Deze hebben dus in principe geen gebruikswaarde. Daarom zal op de aanschafwaarde van deze activa een waardevermindering worden toegepast om de boekhoudkundige waarde terug te brengen tot € 1. Indien het actief dat behoort tot erfgoed wordt ingezet voor de uitvoering van het ‘maatschappelijk doel’ (bv. dienst toerisme in belfort), kan dat actief tóch een gebruikswaarde hebben. Dat actief wordt dan niet afgeschreven maar de waarde kan worden aangepast door het uitdrukken van waardeverminderingen.
Overige zakelijke rechten op onroerende goederen betreft de andere zakelijke rechten die de gemeente bezit op een onroerend goed als de vergoedingen bij aanvang van het contract werden vooruitbetaald (geactiveerde eenmalige vergoeding). Deze activa worden afgeschreven over de looptijd van de overeenkomst, tenzij de economische gebruiksduur van het actief waarop het zakelijk recht betrekking heeft, korter is.
De gebruiksrechten voor materiële vaste activa waarover de gemeente beschikt op grond van leasing of gelijkaardige overeenkomsten (bv. erfpacht) worden onder de activa opgenomen voor het gedeelte van de volgens de overeenkomst te storten termijnen, dat strekt tot de wedersamenstelling van de kapitaalwaarde van het goed waarop de overeenkomst betrekking heeft. De overeenkomstige schuld aan de passiefzijde waardeert de gemeente ieder jaar ten bedrage van het gedeelte van de in de volgende boekjaren te storten termijnen, dat strekt tot de wedersamenstelling van de kapitaalwaarde van het goed waarop de overeenkomst betrekking heeft. De duur van de afschrijvingsperiode wordt
geregeld door IAS17 en IPSAS13: indien het redelijk zeker is dat het geleasede actief overgenomen wordt bij het verstrijken van de leaseperiode (lichten van de aankoopoptie), zal het actief worden afgeschreven over de normale gebruiksduur van soortgelijke activa (die in volle eigendom zijn). Indien het niet redelijk zeker is dat het actief wordt overgenomen bij het verstrijken van de leaseperiode (aankoopoptie wordt niet gelicht), wordt het actief afgeschreven over de leaseperiode, tenzij de (economische) gebruiksduur korter is.
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd aan aanschafwaarde, tenzij deze niet verworven zijn van derden. In dat geval worden ze gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, als die niet hoger is dan een voorzichtige raming van de gebruikswaarde of van het toekomstige rendement of nut voor de gemeente van die vaste activa.
Vorderingen op lange termijn
Vorderingen worden in de balans weergegeven tegen de nominale waarde. Indien de inning van deze vorderingen twijfelachtig is, worden deze overgeboekt naar de post dubieuze debiteuren. Op dubieuze debiteuren worden correctie geboekt aan de hand van waardeverminderingen, om aan te duiden welk bedrag waarschijnlijk nog zal geïnd worden.
Schulden
De schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Netto-actief
De ontvangen investeringssubsidies en schenkingen worden geleidelijk in resultaat genomen (verrekend) volgens hetzelfde ritme als de afschrijvingen of de waardeverminderingen op de vaste activa waarvoor deze werden verkregen. Zolang een investering in uitvoering is en dus nog niet wordt afgeschreven, wordt de verkregen investeringssubsidie nog niet verrekend.
De voorzieningen worden stelselmatig gevormd voor bestaande verplichtingen die zeker zijn op balansdatum en waarvan de omvang betrouwbaar kan worden bepaald. Ze worden niet gevormd voor
‘waarschijnlijke’ verplichtingen en worden niet gehandhaafd als ze op het einde van het financieel boekjaar hoger zijn dan wat vereist is op basis van een actuele beoordeling van de risico’s en kosten voor de gemeente.
AFSCHRIJVINGSTERMIJNEN